Foto: Wijbrich (www.wijbrich.nl)
Foto: Wybrich 

In het kort:
Anno 2015 is Jelmer Albada begonnen met het telen van asperges op land van de Graasboerderij in Sondel. Daarvoor reisde hij naar veel verschillende plekken van de wereld om ervaring op te doen. Onderandere bij de Amish in Noord Amerika. En op tuinbouwbedrijven in Noord Amerika, Peru, Ecuador en Colombia. En in Nederland natuurlijk. Nu is hij weer aan het wortel schieten in Gaasterland, onder andere met asperges.

De asperges verbouwt hij op duurzame wijze en wil daarmee een mooi, smakelijk en nieuw streekproduct aan u aanbieden.

In het uitgebreid:
Met hart voor de landbouwcultuur en Gaasterland… en een passie voor innovatie.
Aan de Elfstedentochtroute, op een boerderij in Harich werd ik in de tachtiger jaren geboren. Mijn ouders melkten toen zo’n 80 koeien. Deze boerderij valt anno nu bij de plaats Balk en is de plek waar mijn broer een mooi modern melkveebedrijf heeft.

Verschillende opleidingen heb ik gevolgd, de landbouw gerelateerde opleidingen spraken me het meest aan. Zowel de gangbare en de biologische (biodynamische) kant van het landbouwonderwijs heb ik ervaren. De landbouw vind ik een pracht en deze beide “culturen” van landbouw spreken me erg aan. Op de biodynamische landbouwschool “Warmonderhof” heb ik een mooie en leerzame tijd gehad. De tuinbouw en groenteteelt trok me enorm.

Deze groeiende interesse in de landbouwcultuur leidde ook tot de aanschaf van veel literatuur. Veel oude tuinbouw- en landbouwboeken heb ik met aandacht gelezen, maar natuurlijk ook moderne. Nog steeds pak ik graag zo’n boek.
Mijn interesse ligt dus vooral bij de groenteteelt. Al lezende en werkende kwam ik in aanraking met het vele handwerk wat daarbij hoort en hoorde. Het stuk tuindersgeschiedenis, het vele werk dat met de hand werd verzet en het specifieke handgereedschap. Met veel direct contact (handwerk) werden groenten geplant, verzorgd en geoogst. Dan de grondbewerking. Een wereld op zich waar ik ook van alles van wilde weten en begrijpen.

Op een stage vanuit Warmonderhof kwam ik op de kruidenkwekerij en verwerkingsbedrijf het Blauwe Huis in Ruinerwold. Mijn interesse voor kruiden bracht me daar en aldaar raakte ik in aanraking met paardentractie, het werken met paarden in de landbouw. Dat was best wel even wat nieuws hoor… Om geen trekkerstuur of rem te hebben en een paard op je stem en met een stuk touw (leidsels) te “sturen”. Maar het ervaren dier (een Belgisch trekpaard) liet het toe en gaandeweg leerde ik meer. Zo ontstond er een nieuwe interesse om me in te verdiepen.
Deze interesses in landbouwgeschiedenis liggen al gauw dicht bij de Friese cultuur. Deze cultuur met haar eigen werkwijze, taal en bewoording heb ik me dan ook eigen gemaakt. Een logische stap was om dan ook lid van de Friese vereniging voor historische landbouw, de AFRON, te worden.

Broccoli oogsten in Ecuador, met de besneeuwde toppen van vulkaan Wawa Pichincha op de achtergrond

De bodem en haar gewassen is ook waar ik met interesse naar kijk en mee werk. Op en in verschillende bodemsoorten heb ik mogen werken en elk heeft zo haar karakter en omgang. Hoe een gewas groeit en hoe het geoogst wordt vindt ik een pracht. Het eten vanzelfsprekend ook.

Op een gegeven moment kwam de nieuwsgierigheid en de mogelijkheid om eens verder over de landgrens te kijken. Tezamen met een goede vriend reisde ik af naar de Amish in Noord-Amerika. De Amish gebruiken hoofdzakelijk het paard om hun wagens en machines voort te trekken. Dit houdt de schaal waarop ze boeren relatief klein (met het paard kun je een bepaalde oppervlakte bewerken of afleggen i.v.t de trekker of auto). Zo is ook hun gemeenschap klein en sterk met elkaar verbonden. De één is hoefsmid, de ander maakt wagens, de ander tuigen, wat een onderlinge verbinding schept. Het bezoeken van de Amish was een pracht. Het wiel achter de paarden is daar doorgerold en zo ook hun machines. Heel mooi om dat te ontdekken, maar zo ook hun manier van in het leven staan en hun vriendschap.

Na dit avontuur stapte ik in het volgende, namelijk: Zuid Amerika. In Peru, Ecuador en Colombia reisde ik en deed verschillende boerderijen aan. Vooral groenteteelt. Ook hier vond ik het prachtig, het landschap, de mensen, de verschillende culturen, de taal eigen maken etc.

Het eerste gevonden kievitseieren in 2012 (februari)… Op een biologische tuinderij in Ecuador van de vogel Vanellus resplendens (de Andeskievit”) familie van onze kievit. Alle vier eieren zijn uit gekomen.

Vervolgens kwam er een mogelijkheid om een jaar in Noord Amerika te werken op Roxbury Farm. Een mooi gemengd biologisch bedrijf met groentetassen. Ook wel CSA (Community Supported Agriculture) genoemd of pergola in het Nederlands. Ze leveren in het groenteseizoen 1300 groentetassen direct van de boerderij aan de consument (hun leden). Dit bedrijf is opgezet door een Warmonderhoffer. Dit was ook weer een hele mooie ervaring.

Nog even heb ik me verdiept in de boomverzorging, maar algauw trok de groente me weer. Nu had ik voor mijn doen veel van de wereld gezien en wou graag weer in Friesland aan de gang. Zo kwam ik aan het werk in Pietersbierum op de klei bij mts. Nieuweboer Timmerman. Een biologisch akkerbouwbedrijf waar bloemkool de hoofdteelt is. Nu geen uitzicht op de bergen of heuvels meer, maar… op de dijk. Wat een pracht om weer op de Friese bodem werkende te zijn, maar… toch nog wel een beetje ver van Gaasterland. Wel was het daar, al werkende in de bloemkool, dat Jetske en ik elkaar vonden en ontstond er het prille begin van onze relatie.

In Gaasterland, mijn geboortestreek, was me al eens land aangeboden om te pachten. Dit door de Graasboerderij, een biodynamisch melkveebedrijf uit het dorp waar ik woon. Echter was ik steeds weer naar het buitenland gaan reizen en werken. Toen ik in de bloemkool werkte, keek ik weer naar dat land. Al oriënterende kwam ik op asperges. Het past bij de bodem en de plant vind ik een pracht. Proberen? Ik ben het aan het doen. Voor mij is het een pracht om zo in dat oude Gaasterland mijn passies uit te oefenen.

Jelmer aan het culturen in de courgettes bij de Amish.

Met behulp van de bloemkoolboer ben ik het perceel voor de asperges klaar gaan maken. Tussen de bloemkool-oogsten door, zijn de asperges geplant (met een geweldige groep vrijwilligers) en verzorgd. Het eerste jaar geeft het meerjarig gewas nog geen opbrengst.

Nu kwam er een wisseling in het werk en kon ik in Gaasterland aan het werk. Dit scheelde reistijd en zo kwam ik al bij al, weer meer in Gaasterland terecht. Nu wortel ik met de asperges mee. Werkende ben ik dan nu op een steenworp van de asperges, op boomkwekerij Eppinga in Nijemirdum en leer ik de wereld van de boomsierteelt(cultuur) kennen, vooral van de Cornus (kornoelje). Naast dit werk pacht ik een stuk land van de Graasboerderij, waar asperges de hoofdteelt is met een aantal bij-teelten. De wil om te groeien is er. Het is een pracht om in het mooie Gaasterland stappen te zetten en op deze wijze mijn ervaring te weerspiegelen en zo weer meer te leren.

Een lokale afzet is prachtig, zoals eigenlijk al onze producten verkocht worden. Zonde zou ik het vinden als de asperges in de bulk (anonimiteit) zouden verdwijnen. Daarom worden de groenten van Gaast’sperges lokaal afgezet. Zo staat de bedrijfsnaam op of bij het product. Gaast’sperges haar streek, tuinder, en werkwijze is deels op deze site te lezen en te zien. Het is een stukje eigen (identiteit) wat deel maakt van onze smaakvolle producten.

Fries paard Teade op de kopakker van de asperge-bouw van Gaast’sperges.